Agrarisch Landschappelijk Bouwen

Boerenschuren maar dan mooi

Bijeenkomst AGRARISCH LANDSCHAPPELIJK BOUWEN georganiseerd door het Noordelijk Bouw- en Architectuurcentrum van Stichting Berlagehuis Usquert en Vereniging Wierde & Dijk.


Op 8 april 2015 heeft de eerste samenwerkingsactiviteit van het Noordelijk Bouw- en Architectuurcentrum van Stichting Berlagehuis Usquert samen met Vereniging Wierde & Dijk plaatsgevonden en deze was meteen een doorslaand succes. Ruim tachtig belangstellenden, voornamelijk boeren, wisten het Berlagehuis voor deze gelegenheid te vinden.

Op deze informatie- en toenaderingsavond voor boeren presenteerden vier architecten van evenzoveel architectenbureaus hun werk op het gebied van agrarisch landschappelijk bouwen. De bedoeling van deze avond was boeren kennis te laten maken met de mogelijkheden die het inschakelen van een architect biedt bij het bouwen, verbouwen of renoveren van een agrarisch bedrijfsgebouw, in de volksmond schuur genoemd. Dat kan een veestal zijn, maar ook een opslagschuur voor landbouwproducten of voor landbouwwerktuigen of een werkschuur, waar werkzaamheden in verricht kunnen worden.


Achtergrond

Er verrijzen op dit moment veel nieuwe schuren want er is veel gaande in de landbouw: het melkquotum is sinds 1 april 2015 komen te vervallen zodat er uitbreiding van de melkveestapel plaatsvindt, maar ook in de akkerbouw zet de schaalvergroting verder door. Dan moet in 2024 alle asbest gesaneerd zijn, terwijl de meeste boerderijen nog asbest op het dak hebben. Als dat er dan toch af moet volgt er vaak meer: wat moet er gebeuren met het riet dat daaronder zit en met het gebint daar weer onder. En verder moeten er veel agrarische gebouwen hersteld of verstevigd worden in verband met de aardbevingen. Reden genoeg om aan het bouwen te slaan!

Nieuwe schuren in het oude Groninger landschap dus. Maar wel graag goed in het landschap en bij de bestaande bebouwing passende schuren, liefst ook nog op de een of andere manier herkenbaar Gronings. Om dat goed voor elkaar te krijgen wordt soms een architect ingeschakeld, maar eigenlijk zou dat altijd moeten. Want de inbreng van een architect, liefst in combinatie met die van een landschapsarchitect, vergroot de kwaliteit en de mogelijkheden, verruimt de blik en zorgt voor een tevredener én trotsere boer. Tevreden als ondernemer, want voorop staat dat de functionaliteit wordt gediend, maar trots als erfgenaam van belangrijk cultureel erfgoed. 


De informatieavond

Na de presentaties van de architecten Pieter Brink (B+O) uit Meppel, Karin Couwenbergh uit Engwierum, Jan Giezen (Gemma) uit Groningen en Rob Hendriks (Daad) uit Beilen ging de avond verder onder leiding van presentatrice Alina Kiers, zelf Groningse boerendochter. Boeren werd gevraagd naar hun (ver-) bouwplannen én naar hun ervaringen van het werken met een architect. Verrassend genoeg zat er ook een bouwer van standaardschuren in de zaal, die de inzet van architecten weliswaar niet zo nodig vond maar er ook geen bezwaar tegen had. Toen het over regels en welstandscriteria ging bleek er ook een medewerker van Libau aanwezig, die eigenlijk liever onopgemerkt was gebleven maar eenmaal ‘ontmaskerd’ zijn belangstelling en betrokkenheid kenbaar maakte.

Materiaalkeuze (vooral géén baksteen in Groningen!) maar ook kleur (zwart, zwart en nog eens zwart) en maatverhoudingen (bijvoorbeeld wanneer het woonhuis van de boerderij in het niet dreigen te vallen bij de schuur) kwamen aan de orde. En uiteraard vormgeving, bijvoorbeeld wanneer de schuur op een ‘onhandige’ plek moet komen maar wel het gewenste vloeroppervlak moet hebben. Dan volstaat een standaard rechthoek niet. En uiteraard wordt het er voor iedereen mooier op wanneer er aandacht aan de vormgeving en de situering wordt besteed.De slotsom van de avond werd verwoord door een boer die net een schuur met een architect had gebouwd: vraag niet wat een architect kost, maar wat hij oplevert!